Jan Dijkgraaf ziet meteen dat er een auto vol glurende Marokkaantjes tegenover zijn erf staat. Ze lijken druk te overleggen. Die vieren vast geen kerst. De kou is dodelijk, er ligt vast ook een Elfstedentocht op de loer. Jan gaat snel zijn huis binnen om het horrorweer te ontvluchten. De beste oliebollen van het land en een bos bloemen die hij voor zijn vrouw kocht, belanden op het aanrecht, de bespieders in de vergetelheid; er moet een onderwerp komen voor de 99-woorden-kerstcolumn. Het laptop-scherm toont vele e-mails, een van Arthur Japin valt hem op. Of hij een manuscript van een groot talent, een zekere Sander Huijsen, aan bevriende uitgevers wil laten lezen. Vreemd dat Japin hém lastigvalt, maar er een pesterig zeikstukje aan wijden is geen sterke kerstboodschap. Iets positiefs dan? In de bloemenwinkel was een man die tussen neus en lippen door bekende HIV te hebben en bloemen voor zijn moeder kwam kopen. Nu zij de ziekte accepteerde, boeide andermans negativiteit niet meer. Zoiets is mooi als rond de wereld zeilen. Of een sprong uit de ruimte.
Maar 99 woorden gezapig doen? Jan bekijkt de lijst met mensen die het verdienen eens goed te worden genaaid. Hij zoekt naar de spreekwoordelijke kapitein die het zinkende schip verliet. Of toch het incident in Enschede? Daar was hij, voor speciale kerstboodschappen. In het voorbijgaan van het glazen huis merkte hij met stomme verbazing staatssecretaris Weghs op. Ladderzat, het overhemd uit de broek. Kreten als ‘Yolo’ en ‘Boodschap’ in de brievenbus schreeuwend. Even later kalkte de bewindsman ‘Weghs ♥ Zahra B.’ op de muur. Toevallig was Zahra jaren geleden bij de radioshow die Jan met een naamgenoot maakte. Daar vertelde ze niets te willen weten van Weghs, toen nog mislukt cabaretier en notoir stalker. Nu was die sneuneus dan wel miljonair en bestuurder geworden, hij maakte nog altijd reclame voor zijn labiele zelf ten koste van veel jongere vrouwen. Weghs’ chauffeur riep dat het wel erg laat was. Had Jan het gefilmd en zonder toestemming openbaar gemaakt, dan zou Weghs zo 12 miljoen neerleggen om hem in een strafkamp op te laten bergen.
Opeens denkt Jan weer aan zijn bespieders. Dadelijk komt er een agressieve kickbokser of een leger sneuneuzen de tent laten instorten. Dan klinkt de deurbel. Las hij niet ergens dat een sporttas kan dienen als schuilplaats? De groenteboer van de Poiesz-supermarkt noemt het leven vaak twee bloemkolen aan een winterpeen, in de veronderstelling dat hij leuk is, maar Jan snapt het even. Dan gaat hij toch maar. Eenmaal bij de deur, blijken de Marokkaantjes hun stoute schoenen aan te hebben. “Daar ben ik aan toe, Arabische lente”, grapt Jan, ongemakkelijk. “Mijn naam is Metin, ik ben Turk, en raadsheer van Yassin D. Ik heb diens vrinden meegebracht, met een boodschap voor u”. Nu pas ziet Jan dat het de niet onomstreden, flamboyante tv-advocaat is. De jeugd kijkt meer naar de grond dan naar hem, “meneer Dijkgraaf, we leesden uw column en komen sorry zeggen”. Korte excuses volgen, waarna ze verdwijnen als dieven in de nacht. Daarop spurt Jan naar de pc en begint te tikken: “Altijd zit er wel een bedrijfsuitje van een sociale werkplaats in de zaal..”
* #DAMEKNAG staat voor ‘Drie Alinea’s Met Een Knipoog Naar Actuele Gebeurtenissen’. Elke gelijkenis met bestaande nieuwsberichten berust derhalve niet op louter toeval, maar dient men nu ook weer niet al te serieus te nemen.
< Vorige week: ‘Project X Texel‘
Volgende week: ‘Bob Bierheuvel en de Voetbalvrouw’>