Het grind van het pad naar de dorpskerk ligt erbij als op iedere andere zondag. Vele schoenen brengen het zo vaak gehoorde knarsende geluid voort en ook vandaag wordt de fanfare van schoeisel in het voorbijgaan begroet door de man bij de deur. Als het grind dan eindelijk zwijgt, sluit de man de deur achter zich. Eenmaal binnen kent iedereen zijn plek. Men slaat de ogen neer. In deze ruimte leeft de heilige overtuiging dat nederigheid op sommige momenten de enige wenselijke houding is. Dit is zo’n moment. De voorganger kijkt tijdens de preek naar de aanwezigen. Het doet hem goed zoveel vrome mensen bij elkaar te zien, al kun je nooit uitsluiten dat enkelen van hen zondaars zijn. Wel weet hij dat Onze Vader zich vroeg of laat over hen zal ontfermen.
Bij het uitgaan van de kerk schudt de voorganger alle handen. Hij ziet het als zijn plicht te luisteren en de wijsheid mee te geven die je in het dagelijks leven nou eenmaal nodig hebt. Al weet hij ook dat het leven dat men leidt eenvoudig is. Een potige, hem niet onbekende boer, diens vrouw en twee kinderen komen op hem af. “Het is maar goed dat wij de vader aan onze zijde hebben, zonder hem zou ons leven er slechter uitzien”, zegt de vrouw als haar man de hand van de voorganger stevig beetpakt. “Onze Vader is er voor u, zoals u er voor Onze Vader bent”. De voorganger schrikt van de onbedoelde ernst in zijn stem. Waarom zegt hij dit op deze toon? De boer en zijn vrouw merken niks. De familie heeft bij het weglopen dan ook niet door dat de voorganger hen bezorgd blijft nakijken. Nog steeds handenschuddend, maar zijn aandacht is bij hen.
Ook als ze ’s avonds aan de eettafel zitten, denkt de voorganger nog aan ze. Dat doodgewone gezinnetje, met dat eenvoudige leven. Na het Onze Vader doet de boer zich tegoed aan de aardappelen, groente en vlees. De boontjes en in jus gedoopt vlees smaken ook de andere gezinsleden prima. Als de kinderen na het eten boven zijn, besluit de boer nog even het journaal aan te zetten. Ook al schrijft de zondag eigenlijk anders voor en moet hij dringend slapen. De dag begint morgen weer vroeg. Hoofdschuddend bekijkt hij beelden van het geweld in Gaza. “Altijd hetzelfde met die buitenlanders, overal verantwoordelijk voor moord en doodslag”. Dan klinkt er opeens luid gestommel van boven. Hij verstijft van schrik. Zijn de kinderen in gevaar? De deur vliegt open, daar staat zijn onthutste zoon. “Heitie, heitie, er rijden allemaal politie-auto’s het erf op”.
* #DAMEKNAG staat voor ‘Drie Alinea’s Met Een Knipoog Naar Actuele Gebeurtenissen’. Elke gelijkenis met bestaande nieuwsberichten berust derhalve niet op louter toeval, maar dient men nu ook weer niet al te serieus te nemen.
< Vorige week: ‘De Generaal‘
Volgende week: ‘Wie schrijft morgen een brief?’>