Welke ingrediënten moet je leveren om een nieuw meesterwerk uit de wereldliteratuur te kunnen schrijven? Een vraag die iedere schrijver met grote ambities, of elke pretentieuze dwaas met praatjes zou moeten kunnen beantwoorden. In dit stuk neem ik je graag mee om een antwoord op die vraag te vinden. Niet omdat ik tot een van de hiervoor genoemde categorieën zou behoren; het is eerder een exercitie die volgt uit een niet te bedwingen nieuwsgierigheid. Hoe pakken we dit aan? Door het uitfilteren van kenmerken van klassiekers, waaronder La Divina Commedia van Dante Alighieri. Zo zouden we de basis-ingrediënten voor een nieuw meesterwerk bijeen moeten kunnen brengen. Dus wees gewaarschuwd: dit stuk bevat niets dan spoilers.
La Divina Commedia: fantasie en herinnering
Welke thematische elementen staan centraal in de goddelijke komedie, de titel waaronder de roemruchte gedichten van Dante in het Nederlandse taalgebied bekend zijn? Om de beschrijving van La Divina Commedia op Wikipedia te citeren: “Dantes werk is door en door christelijk en staat in een traditie van fictieve reizen door het hiernamaals, maar tegelijk is het werk doorspekt met klassieke figuren, zoals Vergilius, die Dante letterlijk en figuurlijk voorgaat in Inferno”. Een paar elementen vallen direct op: de rol van religie, het transcendente en de aandacht voor het classicisme. Algemener: het spirituele en de nostalgie. Fantasie en herinnering.
Deze eerste korte beschrijving doet vermoeden dat we niet de conclusie mogen trekken dat een klassieker zich zonder oog voor wat eens was of wat zich begeeft buiten de directe ervaring, in het hier en nu zou mogen afspelen. Want laten we niet vergeten: het heden is onlosmakelijk verbonden met het verleden en als het even kan met het verhevene. Er valt dan wel meteen iets anders op bij het werk van Dante, want in relatie tot het op zichzelf ontoereikende hier en nu, past dit werk wel degelijk binnen de toen geldende tradities; beschrijvingen van reizen naar het hiernamaals waren alles behalve een uitzondering. Bovendien is de vorm van het werk niet minder van de dan geldende mainstream: het inventieve rijmschema sluit perfect aan bij de Middeleeuwse voorliefde voor getallensymboliek. We hoeven dus niet vies te zijn van enig conformisme, maar dan wel vernieuwend conformisme.
Welke rode draden lopen er door andere meesterwerken uit de wereldliteratuur?
Wat zien we bij andere ‘meesterwerken uit de wereldliteratuur’? Allereerst is er een ander atypisch epos, Metamorfosen, van P. Ovidius Naso, die overigens net als Dante ooit werd verbannen. Hier lopen het goddelijke of onaardse en het menselijke door elkaar. Dat is in La Divina Commedia niet anders. Daarnaast komen fantasie en herinnering ook hier terug: “In de Metamorfosen worden de schepping en geschiedenis van de wereld verhaald volgens de Griekse en Romeinse mythologie.” De verhalen uit dit werk draaien om verandering, of meer specifiek metamorfose.
Vernieuwing is blijkbaar niet onbelangrijk, zowel in de vorm als qua inhoud. Metamorfosen was immers vernieuwend, La Divina Commedia was behalve inventief, het eerste boek in de Italiaanse volkstaal, en een ander verhaal dat wordt gezien als meesterwerk, Robinson Crusoe, was vermoedelijk de eerste roman geschreven in de eerste persoon enkelvoud. Daniel Defoe week af van de gebaande paden (maar was wel weer conformistisch genoeg om ook hierin het geloof te betrekken) en dat wordt nu nog gewaardeerd.
Interessant puntje na twee verbanningen: “in het Engelstalige taalgebied [is ‘Robinson Crusoe’] een synoniem geworden voor een schipbreukeling of een metafoor voor een verstoten iemand.” Daaraan mag wel worden toegevoegd dat, zo stelt J.P. Hunter, “Hij begint als een zwerver, [maar hij] ontwikkelt zich vervolgens tot een pelgrim. In het boek is te lezen hoe Robinson dichter bij God komt, en dan niet door een kerk te bezoeken maar doordat hij geïsoleerd leeft met alleen een Bijbel om te lezen.”
Andermans ellende doet het altijd goed
Dan is er nog een meesterwerk dat een buitenbeentje als protagonist heeft: De Klokkenluider van de Notre-Dame. Quasimodo, de dove, gebochelde eenoog, zit het niet mee. Hij bevindt zich met name in en rond een kerk (daar is het geloof weer), ondergaat martelingen, moet toezien hoe anderen de vrouw van zijn dromen begeren en proberen te verleiden, om uiteindelijk te kunnen aanschouwen hoe ze met haar hals door een strop boven de grond bungelt. Heel relativerend: uiteindelijk sterft hij (vermoedelijk) in haar bijzijn en blijven hun geraamtes voor altijd bij elkaar. Het hoofdpersonage een hoop ellende voor de kiezen schuiven, om uiteindelijk toch alles weer min of meer op z’n pootjes terecht te laten komen, is veel schrijvers van meesterwerken uit de wereldliteratuur alles behalve vreemd.
Dat geldt ook slechts in mindere mate voor Louis Couperus’ Stille Kracht. De persoon om wie alles draait, eindigt dan wel met een vrouw en een heilig geloof in oosterse magie, zoals ook Dante in De goddelijke komedie uiteindelijk het ware geloof vindt, maar de vraag is hoe gelukkig hij is, als zijn halve familie in haat en nijd naar Europa is geëmigreerd, zijn vrouw hem niet lang daarvoor bedroog met zijn zoon, zijn schoonzoon, zo niet Jan en alleman en daar bovenop zijn huis in een tamelijke puinhoop veranderde. Dus geen uitgesproken happy ending, maar wel die eeuwige ellende. Ook wist Couperus te vernieuwen en schockeren met een badscene. Vernieuwen lijkt dus echt een onbetwiste sleutel tot succes, bewijst ook De Klokkenluider van de Notre Dame. Voeg verder vooral spiritualiteit en religie, de herinnering en een hoop ellende toe.
De opmaat naar deel II, de mise en place voor een nieuw meesterwerk
Wat leren we samenvattend van La Divina Commedia en de andere meesterwerken? We stelden reeds vast dat Dante reizen maakt naar (een voorstelling van) het hiernamaals. De beperkingen van tijd en ruimte worden volledig genegeerd: in de hel kom je mensen tegen die vele eeuwen eerder stierven. Ook kom je in aanraking met figuren en wezens die ons voorstellingsvermogen bijna te boven gaan. Het mag dan vanzelfsprekend heten: de schrijver van een meesterwerk benut zijn imaginaire ruimte optimaal, maar zonder diens doel uit het oog te verliezen. De acteur (en in sommige gevallen ook de auteur) leert een hoop tijdens zijn reis en niet zelden betreft de verkregen kennis de moraal. De wereld is met name een bron waaruit we een of andere les kunnen trekken. Soms is die enigszins banaal of profaan te noemen, in andere gevallen buitengewoon sacraal. In het geval van een meesterwerk (impliciet) beiden.
Nu is dat gezien de onmetelijke populariteit en het ongekende doordrongen zijn van religie in de afgelopen paar honderd jaar niet heel erg verrassend. Het geeft dan ook niet bijzonder te denken dat het geloof in alle hier genoemde klassiekers in mindere of meerdere mate een rol speelt: zelfs in De Klokkenluider van de Notre Dame, waar Quasimodo de vrouw van zijn dromen in een kerk verstopt omdat ze daar onschendbaar is. En dat terwijl de religie daar verder niet zo prominent op de voorgrond staat als in de andere verhalen, met Louis Couperus’ nalatenschap als enigszins vreemde eend in de bijt. Maar zoals we constateerden, spelen ook in Stille Kracht spiritualiteit en geloof een rol.
Toch strooien niet alle schrijvers van meesterwerken even fanatiek met de inhoud van het fantasie-stelletje. De mythologie van Dante is natuurlijk van een heel andere orde dan het op reisbeschrijvingen gebaseerde Robinson Crusoe. Breder gezien is het ook niet zo dat er een model is voor het schrijven van een meesterwerk. Wel mogen we na deze korte studie vaststellen dat er ingrediënten zijn die de kans op succes aanzienlijk vergroten. En daar mogen we best een een recept van maken.
Dit was deel I van Een nieuw meesterwerk uit de wereldliteratuur. In deel II gaan we bekijken hoe een modern meesterwerk eruit zou kunnen zien, daarbij gebruikmakend van de kennis die we hebben opgedaan in dit stuk en de inspiratie die onze tijd biedt. Is er anno 2012 nog de mogelijkheid tot het schrijven van een tijdloos meesterwerk? We gaan het beleven.
Update: Deel II staat inmiddels online. Klik hier om het te lezen.