Een kleine week geleden bespraken we hier de fundamentele ingrediënten van de klassieke meesterwerken uit de wereldliteratuur. De elementen die ze delen. Facetten die opvielen en bepalend lijken te zijn voor het tijdloze succes. Dan is nu het moment om een schets te maken van een meesterwerk dat de 21ste eeuw vertegenwoordigt. We zijn op zoek naar de bouwstenen voor de best-seller van morgen, het boek van het jaar 2013 en het meesterwerk van de eeuw. Laten we bij het begin beginnen.
Resumé: wat moet er in zitten?
We trokken allereerst de conclusie dat de religie en meer algemeen spiritualiteit in eigenlijk alle genoemde meesterwerken een primaire rol spelen. We zullen dus op zoek moeten naar een verhaal waarin de religie een onmisbare plaats heeft. Ook zagen we dat er aan het bovennatuurlijke, of de fantasie niet te ontkomen is. Dat kunnen we natuurlijk op vele manieren invullen, maar het vraagt van ons dat we niet angstvallig vasthouden aan de feiten.
Een meesterwerk uit de wereldliteratuur is dus per definitie fictie. Een zuivere non-fictie poging tot het scheppen van nieuwe wereldliteratuur, zou namelijk een te ingrijpende breuk met de andere elementen zijn. Dat sluit ook aan bij de eisen die aan de vorm worden gesteld: we moeten conformistisch zijn, maar toch vernieuwend. Kijken naar wat de populaire auteurs van vandaag de dag doen, maar er een dusdanige twist aan geven dat men ons bejubelt vanwege onze inventieve manier van een verhaal neerzetten en vertellen.
Niet zozeer benadrukt in deel I van dit ’tweeluik’, maar percepties van ‘goed’ en ‘slecht’ spelen hierin ook een rol. We zagen dat in zeer sterke en expliciete mate bij Dante, maar ook Robinson Crusoe gaat over dergelijke dilemma’s. Bijvoorbeeld als Robinson zijn maatje Vrijdag kannibalisme verbiedt. Laten we dit dus in ons achterhoofd houden: we moeten immers een les leren. Het verleden was ook belangrijk. En de herinnering. Het zou dus goed zijn als we aan een geschiedenis kunnen refereren.
Bij voorkeur een geschiedenis die op de een of andere manier gelinkt kan worden aan iets religieus of spiritueels. Waarbij het goddelijke en het menselijke door elkaar lopen. En tegelijkertijd mag het ook niet al te perfect: de protagonist, of anders toch de auteur, moet ergens ook de verschoppeling zijn. Een buitenbeentje. We moeten ellende en leed kunnen voelen. Maar het zou mooi zijn als uiteindelijk alles goed komt.
Het 21ste-eeuwse meesterwerk uit de wereldliteratuur
Voor mij ligt er eigenlijk maar een verhaal voor de hand als basis voor dat nieuwe meesterwerk. Voor ik vertel welk verhaal dat is, ga ik eerst kort introduceren welke aanknopingspunten ik in deze eeuw zie voor het neerzetten van zo’n verhaal. Allereerst moeten we concluderen dat door de ontzuiling en secularisering, de meer reguliere religie voor veel mensen een versplinterde, zo niet marginale rol speelt. Derhalve zal een surrogaat moeten worden gezocht voor dit nijpende gebrek aan ouderwetse sacraliteit.
En dat is er, meent Martin Lindstrom. Zijn stelling: De populariteit van Apple heeft alle kenmerken van een religie. Bij Apple-liefhebbers, die naar plaatjes van Apple-producten kijken, wordt het ‘religieuze deel’ van de hersenen actief. Om daaraan toe te voegen: “De wereld treurde om de dood van Steve Jobs alsof het om een spiritueel leider ging. De Apple-producten worden gezien als heilige voorwerpen, en geeft het een gevoel van grootsheid, exclusiviteit en ‘wij-tegen-zij’. En dan is er ook nog een religieus symbool, het appeltje.”
Het is dus niet zo gek om een verhaal te maken waarin een bedrijf dat op Apple lijkt en een protagonist die Steve Jobs benadert een prominente rol spelen. Steve Jobs‘ persoon en biografie bieden meer aanknopingspunten. Hij had een lastige jeugd, bezat een buitengewoon buitenissig karakter, werd de laan uitgestuurd bij het bedrijf dat hij oprichtte en schuwde competitie met de concurrentie niet, al wordt er zo nu en dan getwijfeld aan de ernst . Bovendien leerde hij hoe belangrijk familie is. Raakvlakken genoeg dus.
Technologie wordt gezien als bijna religieus. Het ordent onze levens en de agenda’s. Is bijna alomtegenwoordig. We zijn ervan afhankelijk. We dichten het belang en realiteitswaarde toe die het alledaagse bijna overstijgt. De computer biedt ons bijna visionaire beelden waarvan je als gelovige bijna alleen maar kunt dromen. Het menselijke en het technologische lopen door elkaar. En aan het Apple-imperium gaat een hele geschiedenis vooraf. De auteur moet het alleen nóg spannender en interessanter maken.
Een nieuwe vorm voor tijdloos succes
De ellende van Steve Jobs als vehikel voor het verhaal over een bedrijf dat uitgroeide tot (moreel) kompas voor miljarden. Het kwam alleen niet echt op zijn pootjes terecht: de baas stierf immers. Maar in een nieuwe Dante kan iemand het personage dat naar Steve Jobs verwijst opzoeken in de hemel. Wellicht leidt de weg naar de hel nu door een digitaal kanaal (of Skype?), met de Office Assistant als Vergilius en de verkoper van de Apple Store (met opschrift ‘Gij die hier binnentreedt, laat alle hoop varen’) als veerman Charon.
Bovendien is met Steve Jobs Apple niet gestorven. Laat staan de technologie. Die is nog overal voelbaar. Nog steeds zijn mensen bijna symbiotisch vergroeid met hun gadgets. Nog steeds kijken mensen uit naar de uitgave van weer een nieuw hebbedingetje en overnachten ervoor bij de winkel, in de kou. De technologie heeft niet alleen onze tijd veranderd, maar zal ook bepalend zijn voor de toekomst. Net als religie dat ooit was – en nog steeds is. Dan is er alleen nog de vraag hoe de vorm conformistisch kan zijn en toch vernieuwend.
Ook hiervoor zouden we kunnen kijken naar technologie. Het antwoord is crowdsourcing. Het nieuwe meesterwerk uit de wereldliteratuur zou tot stand kunnen komen doordat een auteur het publiek, waaronder de fans van technologische concerns, meeneemt in het schrijfproces, waardoor het een verhaal van iedereen wordt. Mensen zouden bijdrages kunnen leveren voor personages en locatiebeschrijvingen. Voor zover ik weet heeft nog geen schrijver met succes zo een roman geschreven. Toch is het conformistisch én vernieuwend.
Et voila, het recept voor een nieuw meesterwerk in de wereldliteratuur staat op papier. Nu nog een schrijver met talent, die bereid is om het publiek in de arm te nemen en het verhaal van een technologieconcern (en haar CEO) op papier te zetten. Of in ieder geval die elementen een prominente plek te geven. En mochten we er naast zitten, dan is er nog geen man overboord. Ovidius zei: “omnia mutantur, nihil interit“ (alles verandert, niets gaat ten gronde). En zo is het. Geef ’t even tijd: aan sommige meesterwerken moet men eerst wennen.