Als we Syp Wynia mogen geloven, wordt het (alweer) niet het jaar van de man. We mogen niet meer ‘stevig autorijden, vuurtjes stoken, vuurwerk afsteken, roken, drinken en vlees eten. Alleen het vaderverlof wordt uitgebreid, maar dat is dan weer niet per se een mannending.’ De man moet steeds meer wijken voor wat de ‘balanstrut’ is gaan heten.
De Nederlandse man vreest met grote vreze voor een (knal)vuurwerkverbod. Waar komt de roep om deze inperking van ‘mannelijke’ vrijheid eigenlijk opeens vandaan? Tuurlijk, er waren meer vuurwerkslachtoffers rond de jaarwisseling dan vorig jaar (‘de overgrote meerderheid van de slachtoffers is man’), maar wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten. Zo vindt ook Kim Boon, die op Twitter haar oordeel velde over de reactie van de Kinderombudsvrouw op het drama dat zich in Arnhem heeft voltrokken, waarbij een vader en zijn kind omkwamen:
Culturele Castratie
Opvallend is dat in beide betogen een nogal eendimensionaal denken in essenties doorklinkt; het is of het één, of het ander. Zwart of wit. Bij Wynia herken je nogal vastomlijnde ideeën over wat het betekent om man of vrouw te zijn en welke gedragingen daarbij horen. Bij Boon zien we dat terug in het beeld dat zij heeft van ‘de dader’ en welke behandeling verdachten, nota bene kinderen, blijkbaar niet horen te krijgen.
Volgens Wynia zou je met ‘enige overdrijving (…) kunnen spreken van de culturele castratie van de mannen van Nederland’. In de rest van zijn betoog volgt een opsomming van allerlei problematische, gevaarlijke, en/of zelfs schadelijke gedragingen die ’typisch mannelijk’ zouden zijn en niet meer (zouden) mogen. Niet onbelangrijk detail: het zijn allemaal gedragingen die niet alleen voor degene die het gedrag vertoont, maar ook voor anderen problematisch, schadelijk, en/of gevaarlijk (kunnen) zijn.
Daderknuffelmaatschappij
Zo ook (knal)vuurwerk. Dat degene die het vuurwerk afsteekt er plezier van heeft is prachtig, maar het neemt niet weg dat veel meer mensen (en dieren) er last van hebben. Vijftien miljoen euro schade, herbeleefde trauma’s en angstklachten door de herrie, en een hoop rotzooi en vervuiling. En dan vallen er ook nog doden en gewonden.
Moeten we dat dan maar allemaal als collateral damage bij het in onbelemmerde vrijheid vieren van onze mannelijkheid zien?
Als we er met de bril van Boon naar kijken niet. Tenminste, empathie tonen voor pubers die iets doms (of mannelijks?) met verschrikkelijke gevolgen uithalen, kan niet op haar goedkeuring rekenen. Het is volgens Boon tekenend voor de ‘daderknuffelmaatschappij‘ om te erkennen dat kinderen in de brugklasleeftijd die de dood van een ouder en een kind op hun geweten hebben daar ook kapot van kunnen zijn en daarom mogelijk met enige compassie geholpen zijn. De pubers zijn blijkbaar uitsluitend daders.
Niet meer en niet minder.
Als de lijst met negatieve gevolgen van het afsteken van vuurwerk zo lang is, kunnen we dan nog empathie opbrengen voor de liefhebbers ervan?
Guilty Pleasures
Het interessante is dat in Wynias betoog, de niet altijd even verstandige vuurwerkliefhebber die soms gewoon heel domme dingen doet (in zijn betoog: de man) juist het slachtoffer is. Er zou sprake zijn van al dan niet relatieve ‘nederlagen van mannen. Alles wat in het bijzonder jonge mannen bovengemiddeld leuker vinden dan vrouwen – alles waar vuur aan te pas komt, alles waar enig gevaar aan te pas komt, alles waarbij uit de band wordt gesprongen – staat in een kwade reuk. Tal van overheidsmaatregelen treffen de voorkeuren, zo niet de guilty pleasures van mannen. ‘
Het wordt een beetje ongemakkelijk nu, maar laat ik dan toch maar bekennen wat één van mijn guilty pleasures is: bijdragen aan de zorg voor en opvoeding van mijn kinderen. Daarbij empathisch zijn. Ik zeg guilty pleasure, omdat het volgens Wynia ‘niet echt een mannending’ zou zijn. Ik ben een slachtoffer, want het is als ik het goed begrijp iets wat ‘de feminisering’ me met haar ‘vooruitgang’ aandoet, maar ik ben toch ook een dader, omdat ik er plezier in heb en het zelfs promoot. Net zoals de vuurwerkliefhebber klaarblijkelijk zowel dader als slachtoffer is.
Dat vrouwen voordeel hebben van emancipatie erkent Wynia, maar slechts ’tot ze kinderen krijgen, want vanaf dat moment wordt Nederland nog steeds achtervolgd door de huisvrouwentraditie en de deeltijdcultuur die daarvan de hippe erfenis is.’
Balanstrut
Na de geboorte van het eerste kind worden deze vrouwen een ‘balanstrut‘, zou zakenvrouw Elske Doets zeggen. Het is boeiend om te zien dat waar mannen vooral mannen moeten blijven (door Cobra’s af te steken), vrouwen zich, in ieder geval in economisch opzicht, wel wat meer ‘als mannen’ zouden mogen gedragen. Hoewel Doets net als Wynia met haar pleidooi dat vrouwen meer zouden moeten werken afwijkt van meer clichématige, conservatieve genderrollen, kun je evengoed vaststellen dat ook hier weer een subtiel dwingend advies ligt. Je gaat bijna denken dat hier een door het kapitalisme aangedreven (economisch) conservatief patriarchaat aan het werk is, dat alles best vindt, zolang het maar traditioneel is en/of geld oplevert.
Balans is in ieder geval niet de bedoeling. Of het nu gaat om de verhouding tussen werk en privé, invulling geven aan je mannelijkheid, of wanneer we kijken naar een gebeurtenis zoals die in Arnhem. Dus wellicht kun je niet alleen in economische zin een ‘balanstrut’ (m/v) zijn, maar ook als het gaat om culturele of morele kwesties. Wees geen balanstrut, lijkt drie keer het devies.
Uiteindelijk is het dus nog maar de vraag of het, na vele eeuwen die rijkelijk gevuld waren met ‘jaren van de man’, daadwerkelijk niet het jaar van de man gaat worden. Meer nog dan mannen, lijken principes als keuzevrijheid, nuance, en empathie ook dit jaar weer de echte slachtoffers te gaan worden.
Daarom zeg ik: man of vrouw, wees gerust een balanstrut.
Ook een Balanstrut worden? Iedereen kan het leren met Compassie voor Beginners.