“Wij, de energieleveranciers, liegen u voor.” Dat is wat de NEM vandaag zegt in verschillende kranten. Deze boodschap is voor in ieder geval twee interpretaties vatbaar, die allebei enorm treurig zijn. De NEM zegt het volgende: energieleveranciers die zeggen dat ze groene stroom verkopen zijn leugenaars. Als dit waar is, dan is dat schandalig: de consument wordt bedrogen. Als het niet waar is, is het ook schandalig: de NEM probeert groene stroom in een kwaad daglicht te stellen, om er zelf als ‘prijsvechter’ beter van te worden. Immers: als groen toch niet groen is, kun je beter maar voor de goedkoopste aanbieder gaan, is de gedachte.
Je vraagt je af wat reclameman Ralph Wisbrun dacht toen ‘ie de krant vanochtend opensloeg en deze ‘bekentenis’ las. De methodieken van Ralph Wisbrun en de NEM verschillen namelijk niet zoveel. Gisteren zat de reclameman bij Pauw en Witteman om zijn initiatief ‘Wereldland Nederland‘ uit te leggen. Wisbrun wil strijden tegen het cynisme en de pessimistische plaag die door ons prachtige kikkerlandje woekert. Dat doet hij niet alleen, maar met de hulp van tientallen bedrijven. Het idee is om ‘Nederlanders Nederland te laten verkopen aan de Nederlanders’. Bedrijven mogen meedoen voor €8500. De beloning is een logo op de partnerpagina. Enfin, randzaken. Wisbrun noemt de Nederlander pessimistisch en zeurderig.
Zo vindt Wisbrun de kritiek op het Koningslied verschrikkelijk. Typisch Nederlands, liet hij zich ontvallen. Kritiek op Shell, partner van Wereldland Nederland, ook typisch Nederlands. Die schandalen doen er toch niet toe? Waarom zou je kritisch zijn op partner Albert Heijn omdat ze een paar plofkippen verkopen? Zonder Albert Heijn hadden we geen eten! En de kritiek op Hill & Knowlton, partnerbedrijf van Wereldland Nederland, vindt Wisbrun vast ook nodeloos gezeur. Wat is er mis mee dat je met een PR-bureau samenwerkt dat veelvuldig in opspraak komt, bijvoorbeeld omdat ze leugens verspreidde over tabak en zonder blikken of blozen reputatiemanagement voor dubieuze regimes doet? Hup, oranje shirts aan en vrolijk kijken allemaal!
Minstens zo negatief is het om te beweren dat er iets wringt bij bedrijven die laaiend enthousiast zijn over het ‘nationale gevoel’, maar ondertussen bedrijvigheid strategisch naar elders verplaatsen of landen tegen elkaar uitspelen om aan strengere belastingwetgeving te ontkomen. Hoe cynisch om te concluderen dat Nederland in deze tijden van crisis geen behoefte heeft aan een kekke marketingcampagne waar vooral bedrijven beter van worden. Hoe cynisch om te stellen dat we behoefte hebben aan investeringen en banen. Aan een samenwerking tegen de crisis. Aan gratis online cursusomgevingen om de kenniseconomie te stimuleren, van mijn part. Héél cynisch!
In één ding heeft Wisbrun zeer zeker gelijk: optimisme is ontzettend belangrijk. Maar van blind optimisme wordt niemand beter. Wisbrun, reclameman, moet daarvan doordrongen zijn. En dat maakt deze operatie zo enorm gratuit. Door mensen die ergens kritiek op hebben direct maar af te schilderen als cynici, claim je onverdiend onschendbaarheid. Matthijs Krul beschreef een soortgelijk fenomeen onlangs als ‘een lampenkap ophangen‘; welnu, de lamp waar de lampenkap van Ralph Wisbrun omheen past kan heel Nederland verlichten. Bovendien wekt Ralph Wisbrun de indruk dat hij de functie van kritiek (in Nederland) niet begrijpt.
Het eeuwige gezeur in Nederland zorgt immers al vele eeuwen voor beweging. Je zou bijna kunnen zeggen dat Nederland bestaat bij gratie van kritiek op de status quo. Neem een Willem van Oranje en een Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Kritiek houdt mensen scherp en bij de les. Iemand die geen kritiek krijgt, voelt zich onschendbaar. De historie toont aan dat mensen (en bedrijven) die zich onschendbaar voelen meer kapot maken dan creëren. Dat ze gaan geloven in hun eigen leugens. Dat ze op nationale tv gaan beweren dat het Koningslied helemaal zo slecht nog niet was. Dat het allemaal altijd maar aan de ander ligt.
Het is belangrijk dat we kritisch blijven. Dat betekent dat we kunnen concluderen dat bedrijvigheid en het creëren van banen goed is, maar ook oog blijven houden voor wat bedrijven precies uitspoken. Dat betekent dat we blij mogen zijn met Nederland en alle mogelijkheden die er zijn, maar er ook eens flink over mogen zeiken. Dat betekent dat de NEM mag zeggen dat groene stroom niet groen is, maar dat wij de NEM ook mogen doorzagen over de daadwerkelijke intenties achter deze reclamecampagne vermomd als bekentenis. En dat betekent dat Ralph Wisbrun Nederland mag misbruiken voor het promoten van zijn klantenbestand, maar dat wij ook mogen vaststellen dat Ralph Wisbrun en de NEM niet zoveel van elkaar verschillen.
Kortom, dat wij zelf mogen bepalen hoe en op welke manier we Nederland aan de Nederlanders verkopen en ons niet in een keurslijf laten proppen door figuren als Wisbrun en co.