Die lamlendige idioot liet maar weer op zich wachten. Waarom was ze hier nog? Deze straat was duivels. De tocht naar het einde ervan voelde altijd als een dagenlange wandeling door prikkeldraad en rozenstruiken. Wie weet waren het de herinneringen,
De waan van de dag (1)
Het met een balkje afgeschermde gelaat deed hem huiveren. Smeerlap! Met de palm van zijn hand sloeg hij op de leuning van de lekkere hangstoel. Elke keer weer was het vechten tegen de kokhalsneigingen, bij het zien van de verdachten.
Een weekend zonder zondagsrust (2)
Zaterdag. Het ontbrak me aan lef om mijn ogen te openen. Zonder twijfel zou het tafereel waarvan ik deel uitmaakte elk beschaafd mens de moed in de schoenen doen zinken. In die zin had ik dan ook weer weinig te
Een weekend zonder zondagsrust (1)
Vrijdag. Een oorverdovende knal schudde de bosrijke omgeving wakker. Geschrokken gevogelte schoot alle kanten uit; de meerkoeten kwetterden luid en een eenzame gaai stoof richting de ogenschijnlijk veiliger gelegen boomtoppen. Het knuffelbare konijntje dat tot even geleden gemoedelijk gras oppeuzelde